Complicaties na een heupprothese
Hoewel een heupprothese een succesvolle ingreep is, kunnen er tijdens de revalidatie complicaties optreden. Tijdige herkenning en preventieve maatregelen zijn cruciaal voor een goed herstel. In dit artikel bespreken we de belangrijkste risico’s en wetenschappelijk onderbouwde strategieën om complicaties te voorkomen.
Volgens de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten (LROI) ervaart 5-10% van de patiënten één of meer complicaties binnen het eerste jaar na de operatie.
Interne links:
Veelvoorkomende complicaties na een heupprothese
1. Infecties (oppervlakkig of diep)
Beschrijving: Infecties kunnen ontstaan aan de wond (oppervlakkig) of rondom de prothese (diep). Een diepe infectie is ernstiger en kan leiden tot verlies van de prothese.
Symptomen:
Roodheid en zwelling rond de wond
Wondvocht of etter
Koorts boven 38,5°C
Pijn die toeneemt in plaats van afneemt
Risicofactoren:
Diabetes mellitus
Overgewicht
Verminderde afweer
Roken
Preventie:
Goede wondhygiëne
Proactieve controle door wondverpleegkundige
Antibioticaprofylaxe tijdens en na de operatie
Behandeling:
Bij oppervlakkige infecties: orale antibiotica
Bij diepe infecties: ziekenhuisopname, spoeling of eventueel revisie (verwijderen en vervangen van de prothese)
Diepe infecties komen bij 1-2% van de patiënten voor, meestal binnen 3 maanden postoperatief (bron: Radboudumc).
2. Luxatie (uit de kom schieten van de prothese
Beschrijving: Luxatie houdt in dat de kop van de kunstheup uit de kom schiet. Dit is een pijnlijke complicatie die vaak ontstaat bij verkeerde bewegingen in de eerste 3 maanden.
Symptomen:
Acute, stekende pijn in de heup of lies
Been is korter en ligt in een onnatuurlijke stand
Onvermogen om het been te bewegen of te belasten
Risicofactoren:
Niet opvolgen van bewegingsbeperkingen
Slapen op de verkeerde zij
Slappe heupspieren of verkeerde positionering tijdens operatie
Preventie:
Zitten op verhoogde stoelen
Niet bukken, benen niet kruisen
Slapen met kussen tussen de benen (zijligging)
Oefeningen om heupstabiliteit te verbeteren
Behandeling:
Repositie onder verdoving (terugplaatsen van de kop in de kom)
Eventueel brace of revisie bij herhaalde luxaties
3. Trombose en longembolie
Beschrijving: Trombose (DVT) is een bloedstolsel in een beenader. Als het stolsel losschiet, kan het een longembolie veroorzaken – een levensbedreigende complicatie.
Symptomen trombose:
Zwelling, roodheid en warmte in het onderbeen
Pijn bij aanraking of buigen van de knie
Symptomen longembolie:
Kortademigheid
Plots pijn op de borst
Versnelde hartslag
Risicofactoren:
Immobiliteit
Roken
Stollingsstoornissen
Eerdere trombosegeschiedenis
Preventie:
Antistollingsmedicatie (bv. fraxiparine)
Steunkousen of TED-kousen
Vroegtijdig mobiliseren
Voldoende water drinken (min. 1,5-2 liter per dag)
Behandeling:
Injecties of tabletten met bloedverdunners
In ernstige gevallen: ziekenhuisopname en monitoring
Volgens het RIVM komt diepe veneuze trombose voor bij 1 op de 100 patiënten zonder adequate preventie.
4. Vroegtijdige slijtage of loslating van de prothese
Beschrijving: Dit ontstaat vaak pas maanden tot jaren na de operatie. De prothese slijt of raakt los van het bot, wat leidt tot pijn en verminderde functie.
Symptomen:
Chronische of toenemende pijn bij lopen of bewegen
Instabiliteit of klikgeluiden in de heup
Moeite met traplopen of lange afstanden lopen
Risicofactoren:
Overgewicht
Te vroege of overmatige belasting
Botontkalking (osteoporose)
Preventie:
Vermijden van schokkende belasting (zoals hardlopen)
Jaarlijkse controle bij orthopeed
Calciuminname en botversterkende medicatie bij osteoporose
Behandeling:
Vervanging van de prothese (revisieoperatie)
Wanneer medische hulp inschakelen?
Neem contact op met arts of spoedeisende hulp bij:
Koorts > 38,5°C of koude rillingen
Verergerende pijn of roodheid rondom de wond
Plotseling onvermogen om te lopen of het been te bewegen
Kortademigheid of pijn op de borst
Preventieve strategieën
1. Instructies opvolgen
Volg strikt de adviezen van fysiotherapeut, orthopeed en verpleegkundigen op. Deze zijn gebaseerd op richtlijnen van het KNGF en LROI.
2. Risico's tijdig herkennen
Leer de signalen van infectie, trombose of luxatie vroegtijdig herkennen om erger te voorkomen.
3. Gezonde leefstijl aanhouden
Stoppen met roken, voldoende beweging en eiwitrijke voeding helpen het immuunsysteem en de wondgenezing.
4. Hulpmiddelen juist gebruiken
Correct gebruik van krukken, toiletverhoger en andere hulpmiddelen verlaagt valrisico en bevordert wondgenezing en goede houding.
Interne links:
Conclusie
Complicaties na een heupprothese zijn deels te voorkomen met goede voorlichting, leefstijl, therapietrouw en tijdige signalering. Wees alert op symptomen en zoek direct hulp bij twijfel. Zo voorkom je blijvende schade en bevorder je een succesvol hersteltraject.