Voltaren_diclofenacgel_en_fysiotherapie_wat_zegt_de_wetenschap_over_het_gebruik_bij_pijn_en_ontsteking

Voltaren (diclofenacgel) en fysiotherapie: wat zegt de wetenschap?

Topicale pijnstillers, zoals Voltaren (diclofenacgel), worden regelmatig genoemd als ondersteuning bij pijn in spieren en gewrichten.
Bij fysiotherapie wordt bewegen vaak als belangrijkste behandeling gezien, maar tijdelijke pijnvermindering kan helpen om actief te blijven oefenen.

Dit artikel beschrijft wat uit wetenschappelijk onderzoek bekend is over Voltaren, en hoe het mogelijk past binnen een fysiotherapeutische aanpak bij klachten zoals artrose, slijmbeursontsteking en spieroverbelasting.

Wat is Voltaren en hoe werkt het?

Voltaren bevat de werkzame stof diclofenac, een zogenoemde NSAID (niet-steroïde ontstekingsremmer).

Wanneer de gel op de huid wordt aangebracht:

  • dringt de stof door tot in de onderliggende weefsels,

  • vermindert ze lokaal de ontstekingsactiviteit en pijn,

  • met een lage opname in het bloed vergeleken met NSAID’s in tabletvorm.

De werking is dus plaatselijk, wat betekent dat het vooral invloed heeft op het gebied waar de gel is aangebracht, niet op het hele lichaam.

Wat zegt wetenschappelijk onderzoek?

1. Artrose

Bij artrose (slijtage van het gewrichtskraakbeen) is Voltaren uitgebreid onderzocht.
Systematische reviews en meta-analyses laten zien dat topicale diclofenac:

  • pijn vermindert bij vooral knie- en handartrose,

  • een effect heeft dat vergelijkbaar is met sommige orale pijnstillers,

  • en dat bijwerkingen meestal beperkt blijven tot milde huidreacties.

Volgens de NICE-richtlijn (VK, 2022) en het Farmacotherapeutisch Kompas (NL) worden topicale NSAID’s genoemd als een eerste keus optie bij artrose, naast oefentherapie en leefstijlinterventies.
Deze middelen worden voorkeur gegeven boven orale NSAID’s vanwege de lagere kans op systemische bijwerkingen.

Bronnen: NICE NG226 (2022); Derry et al., Cochrane Database Syst Rev 2016; Zeng et al., Osteoarthritis Cartilage 2021.

2. Spierklachten en weke-delenpijn

Bij acute spier- of weke-delenletsels (zoals verstuikingen, verrekkingen of overbelasting) is er sterk bewijs dat topicale NSAID’s pijn kunnen verminderen.
Cochrane-onderzoeken met duizenden deelnemers laten zien dat:

  • diclofenacgel bij veel mensen binnen enkele dagen pijnreductie geeft,

  • het effect groter is dan placebo,

  • en bijwerkingen zelden voorkomen en meestal mild lokaal zijn (bijv. huidirritatie).

Deze vorm van behandeling is daarom opgenomen in verschillende richtlijnen voor acute musculoskeletale pijn als mogelijke ondersteunende maatregel.

Bronnen: Massey et al., Cochrane Database Syst Rev 2015; Tugwell et al., Drugs 2020.

3. Slijmbeursontsteking (bursitis)

Specifiek onderzoek naar Voltaren bij bursitis is beperkt.
Wel is er indirect bewijs: slijmbeursontsteking valt onder de groep van weke-delenontstekingen, waarbij topicale diclofenac in meerdere onderzoeken symptomatische verlichting gaf.

Het middel kan pijn verminderen, maar geneest de ontsteking zelf niet.
Fysiotherapeutische behandeling, met rust, geleidelijke mobilisatie en aanpassing van belasting, blijft de basis van herstel.

Bronnen: Medscape Bursitis Review 2023; Cochrane Database 2015.

Vergelijking met orale pijnstillers

KenmerkTopicale VoltarenOrale NSAID (zoals ibuprofen)
WerkingsgebiedLokaal (plaatselijk)Systemisch (hele lichaam)
PijnreductieGelijkwaardig bij milde tot matige pijnGelijkwaardig of iets sterker
BijwerkingenMeestal huidreactieMaag, nier, hart bij langdurig gebruik
Geschikt voorLokale spier-/gewrichtspijnWijdverspreide pijn of ernstige ontsteking

Bronnen: National Institute for Health and Care Excellence (NICE), 2022; Derry et al., 2016.

Veiligheid en voorzorg

Hoewel Voltaren over het algemeen goed verdragen wordt, zijn er situaties waarin voorzichtigheid nodig is:

  • Niet gebruiken bij beschadigde huid of allergie voor diclofenac/NSAID’s

  • Vermijden tijdens het laatste trimester van de zwangerschap

  • Overleg met arts bij hart-, nier- of maagproblemen of gebruik van andere NSAID’s

Bron: Farmacotherapeutisch Kompas, 2024.

Voltaren in de context van fysiotherapie

Bij fysiotherapie ligt de nadruk op actieve revalidatie: bewegen, spierkracht opbouwen, coördinatie verbeteren en belasting aanpassen.
Tijdelijke pijnvermindering met een topicale NSAID kan in sommige gevallen:

  • helpen om vroeg te starten met oefentherapie,

  • bewegingsangst verminderen,

  • en de therapietrouw verhogen.

Er is echter geen bewijs dat Voltaren de onderliggende oorzaak wegneemt.
Het is dus een ondersteunende, geen curatieve behandeling.

Bron: NICE NG226, 2022; NHG-Standaard Artrose, 2024.

Conclusie

Samengevat tonen onderzoeken aan dat Voltaren:

  • effectief kan zijn bij pijn door artrose en weke-delenletsels,

  • veilig is bij kortdurend gebruik volgens bijsluiter,

  • maar geen vervanging vormt voor fysiotherapie of oefenbehandeling.

Het kan worden beschouwd als een aanvullende optie voor tijdelijke pijnverlichting, mits toegepast onder deskundige begeleiding.

Interne links

Disclaimer

De informatie op deze pagina is uitsluitend bedoeld voor algemene voorlichting en is niet bedoeld als vervanging van professioneel medisch advies, diagnose of behandeling.
Voltaren is een geneesmiddel dat diclofenac bevat en behoort tot de groep van de niet-steroïde ontstekingsremmers (NSAID’s). Gebruik Voltaren altijd volgens de aanwijzingen in de bijsluiter en raadpleeg een arts of apotheker bij twijfel, bestaande aandoeningen of gelijktijdig gebruik van andere medicijnen.

De hier beschreven werking en wetenschappelijke informatie zijn gebaseerd op gepubliceerd onderzoek en officiële richtlijnen (zoals NICE, Cochrane en het Farmacotherapeutisch Kompas). Resultaten en ervaringen kunnen per persoon verschillen.

De informatie op deze website is niet gesponsord door of verbonden aan de fabrikant van Voltaren (Haleon).
Eventuele merknamen worden uitsluitend ter informatie en vergelijking genoemd.

Bij aanhoudende of toenemende klachten, roodheid, zwelling, koorts of twijfel over het gebruik van Voltaren, neem contact op met je (huis)arts